Aan het begin van dit nieuwe jaar en decennium richt ik mij met veel plezier tot u. Ik maak van de gelegenheid gebruik om u in naam van de voltallige Afvaardiging een jaar toe te wensen waarin uw aspiraties werkelijkheid mogen worden.
Ik wil daarnaast ook graag wijzen op het uitstekende werk dat mijn teamleden verrichten om Quebec te promoten en de belangen ervan te verdedigen en hen bedanken voor het warme onthaal dat ik vorig jaar in juni bij mijn aankomst heb gekregen.
In januari zijn we snel weer aan de slag gegaan om het momentum van vorig jaar door te trekken.
Aan het einde van de herfst heb ik verschillende ontmoetingen gehad met politieke leiders uit Wallonië, de Federatie Wallonië-Brussel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ik had de eer te worden ontvangen door de minister-president van Wallonië, de heer Elio Di Rupo, door de minister-president van de Federatie Wallonië-Brussel, de heer Pierre-Yves Jeholet, en door de minister van Begroting, Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuur van de Waalse regering, de heer Jean-Luc Crucke. We hebben ook vruchtbare gesprekken gevoerd met de burgemeester van Brussel, Philippe Close, en die van Bergen, Nicolas Martin. Ik had ook een boeiend gesprek met de staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Pascal Smet.
In al deze ontmoetingen heb ik gevoeld hoe belangrijk de relaties met Quebec voor hen zijn en hoe ze openstaan voor meer diversificatie. Ik heb ook onze vriendschap bevestigd en duidelijk gemaakt dat we onze economische relaties, die verschillende vormen kunnen aannemen, graag willen uitbreiden.
In het kader van onze verbintenis om het hele grondgebied dat wij bestrijken te dienen en onze banden met de Luxemburgse overheid te verdiepen, hebben we medio november een reeks ontmoetingen gehad met onder meer de minister van Economie en Volksgezondheid, de heer Etienne Schneider, en de voorzitter van het Luxemburgse parlement, de heer Fernand Etgen. We hebben ook de autoriteiten van de stad Luxemburg, de minister van Buitenlandse en Europese Zaken en de minister van Cultuur ontmoet, in dit laatste geval met de algemeen directeur van de SODEC. Uiteraard heeft ons team erop toegezien dat de economische belangen ook aandacht kregen, dit via bezoeken aan de House of Startups en Luxembourg For Finance. Overal dezelfde boodschap. Onze rechtstreekse banden met Luxemburg zijn historisch en belangrijk. We willen ze met hen moderniseren. Enkele initiatieven worden momenteel besproken en ik hoop u daarover in een volgende mededeling meer te kunnen vertellen.
Ik ben ook naar Den Haag, Nederland, gegaan, met name om er regeringsfunctionarissen te ontmoeten en er de ratificatie van de Brede Economische Handelsovereenkomst (CETA) te bespreken. Dit land is onze vierde handelspartner in Europa en verdient dus onze aandacht. Daarnaast willen wij onze economische relaties met hen uitbreiden. Ik heb Quebec ook vertegenwoordigd op de ontmoeting van de groep van Franstalige ambassadeurs, gevestigd in Den Haag, die dezelfde dag plaatsvond.
We hebben eveneens aandacht besteed aan de mobiliteitsuitdagingen van werknemers en studenten. In december hebben we met veel genoegen de leidinggevenden van het MIFI (ministerie van Immigratie, Francisering en Integratie) ontvangen voor de ondertekening van twee verdragen met Actiris (Brussel Hoofdstedelijk Gewest) en Forem (Wallonië), instellingen die verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van de werkgelegenheid in deze twee gewesten. Dankzij die verdragen zullen de behoeften van de arbeidsmarkt in Quebec kunnen worden gekoppeld aan werkzoekenden van deze gewesten die geïnteresseerd zijn in een nieuw levensproject.
Mobiliteit geldt ook voor studenten. De Afvaardiging heeft dan ook de inspanningen van een vijftiental universiteiten uit Quebec ondersteund die naar Namen en Brussel zijn gekomen voor promotieactiviteiten en voor de werving van Belgische studenten. Dit alles heeft de aandacht getrokken van de media waardoor ik op de RTBF-radio een diepgaand interview heb kunnen geven over studentenmobiliteit en meer in het algemeen over de uitstekende relaties tussen Franstalig België en Quebec.
Ik zou het mezelf kwalijk nemen mocht ik niet de talrijke ontmoetingen vermelden met bedrijven, potentiële investeerders en huidige economische partners van Quebec. Zo hebben we verschillende zakenmensen uit Quebec ontvangen en op het terrein begeleid, onder andere in het kader van een missie georganiseerd door de Kamer van Koophandel en Industrie van Quebec. Van de gesprekken eind vorig jaar onthouden we die met de CEO en de directie van de luchthaven Brussels South in Charleroi, die met Zingametal en de baas van de haven van Gent in Gent zelf en met het bedrijf John Cockerill in Luik. Ik had ook de gelegenheid om eind november deel te nemen aan de Flanders Informal Summit, eveneens in Gent.
Voor de komende weken zijn de doelstellingen helder: aanwezig zijn op het grondgebied, onze bedrijven begeleiden, ons netwerk diversifiëren en de Quebecse diaspora in België, Luxemburg en Nederland mobiliseren. Vanaf volgende week neem ik in Luxemburg-stad deel aan een event over Fintech in aanwezigheid van de Kamer van Koophandel van Groot-Montreal. Ik zal daar van de gelegenheid gebruikmaken om regeringsleden te ontmoeten. Ontmoetingen op hoog niveau staan ook gepland in België, met name met de Vlaamse overheid.
Ik houd u uiteraard nauwgezet op de hoogte van onze activiteiten.
Pierre-Luc Desgagné
Algemeen Afgevaardigde